Eigenlijk was het allemaal veel vroeger begonnen, in de jaren '50, tijdens de jeugdjaren van de oprichter, André Hanjoul. Al zeer vlug was het duidelijk dat André van bij zijn geboorte besmet was met het "autovirus". Dit virus zou zich snel manifesteren en op een spectaculaire wijze toeslaan. Zo is er de mooie herinnering aan een wandeling met zijn ouders, ter hoogte van het Brusselse Metropole Hotel, waar André's aandacht werd getrokken door een bloedmooie zilverkleurige Ferrari. Toen de jongen de wagen naderde stond hij meteen perplex bij het zien van de kilometerteller in de cockpit die 300 km/u aangaf. Stel u voor: 300 km/u in zo'n wagen... Het was daar, op dat moment en op die plaats, dat voor hem alles begon: de emoties, de passie, de liefde voor mooie mechaniek.
Om zijn passie nog ingewikkelder te maken, verschenen achtereenvolgens: de Jaguar Type E, de Ford GT-40, de Lamborghini Miura en andere fascinerende sportwagens ten tonele. We schrijven midden jaren '60. Deze grote passie maakte zich meester van de jongen en vertaalde zich in een bijna oncontroleerbare drang om chassis, koetswerken en ophangingssystemen te tekenen. Nauwelijks 14 geworden, was André al druk in de weer met het uittekenen van gedetailleerde plannen voor zijn 2de racewagen op schaal 1/10, die hij helemaal uit hout vervaardigde. De adolescentie van André stond dan ook geheel in het teken van de wagen. Precies op dit moment kreeg André het voorgevoel dat hij nog maar aan het begin stond van zijn "relatie" met de auto en dat hem nog iets groter, iets belangrijker te wachten stond, een ware uitdaging...
Jaren later, naar aanleiding van een belangrijke gebeurtenis in het leven van André, namelijk de geboorte van zijn kinderen, zit hij opnieuw aan zijn tekentafel en bouwt hij ditmaal een Formule 1 voor kinderen, op schaal 1/1,5. De realisatie van deze Formule-J (Junior), bijna even gesofisticeerd als een echte éénzitter, bezorgde hem trouwens fantastische recensies in de toenmalige binnen- en buitenlandse pers. Het werd nu vrijwel duidelijk dat er geen vluchtroute meer bestond om te ontkomen aan het lot dat voor hem leek weggelegd.
In 1984 besluit André om zich volledig te wijden aan de professionele ontplooiing van zijn passie en start een eigen kleine onderneming: Edran Cars. De plannen voor de bouw van een eigen wagen begonnen vorm te krijgen.
Het eerste model van eigen merk werd in 1994 voorgesteld: de Edran Spyder MK 1. Een nieuwe Belgische sportwagen met centrale motor was geboren en werd aan het grote publiek voorgesteld in "wereld-première" tijdens het Autosalon van Brussel, waar o.a. Prinses Astrid en Aartshertog Lorenz een bezoek brachten aan de Edran-stand.
Nu lag de weg open om het verloop van de droom verder te beleven en de passie voluit te laten spreken... Het was evident dat de volgende uitdaging de lat nog veel hoger zou leggen. Talloze designs volgen, nieuwe types van chassis werden uitgetekend en nieuwe ultra lichte materialen werden uitvoerig getest. Na jaren van intensieve research en passioneel perfectionisme was de doorschakeling naar een supercar een feit geworden.
6 September 2012: de eerste teaser van de Edran Enigma verschijnt ter gelegenheid van een tentoonstelling over Belgische kunstenaars en designers met internationale bekendheid en een bijzondere link met Leopoldsburg. André Hanjoul werd hierbij in de spotlights gezet voor zijn innovatieve bijdrage aan de autobranche. Europees President Herman Van Rompuy, eregast op de openingsceremonie, feliciteerde André persoonlijk voor zijn opmerkelijke prestaties als designer en zijn uitzonderlijke toekomstvisie voor de autosector.
Met het oog op de wereldwijde marketing van de Edran Enigma werd ondertussen het merk geregistreerd in 32 strategisch gekozen landen. Terwijl de productie in gereedheid wordt gebracht, werden de eerste contacten gelegd voor de import & dealerships in verschillende "hot-spots".